Waarom vallen (Flevolandse) megaprojecten vaak duurder uit?

FLEVOLAND • Vr 18 oktober 2024 | 11:15 • Vrijdag 18 oktober 2024 | 11:15

Van 170 miljoen naar 575 miljoen voor de verbreding van de Kornwerderzandsluis, of van 3 miljard naar 13,8 miljard voor de aanleg van de Lelylijn. Megaprojecten vallen vaak duurder uit dan in eerste instantie werd berekend. Ook in de rest van Nederland lijkt het eerder regel dan uitzondering. Hoe kan het dat het uiteindelijke prijskaartje vaak zoveel hoger uitvalt?

De hogere prijs bij dit soort megaprojecten komt voor een deel door de gestegen bouwkosten, foute inschattingen of gebrek aan data, maar volgens hoogleraar transportbeleid Bert van Wee van de TU Delft is er ook een verklaring te vinden in ons menselijk gedrag.

Niet eerlijk
Zo speelt volgens de hoogleraar het optimism bias een rol. Mensen denken dat zij minder kans hebben op tegenslag en meer kans op het behalen van succes dan in werkelijkheid het geval is. Uit onderzoek blijkt dat die neiging vaker speelt bij mensen in leidinggevende functies.

Een andere verklaring wordt gegeven door econoom Richard Thaler. Hij noemt het de winner’s curse: een plan dat goedkoper oogt, zal eerder worden gekozen dan een duurder plan. Een initiatiefnemer zal hier, bedoeld of onbedoeld, gebruik van kunnen maken door niet eerlijk te zijn over de kosten van het project. Zo is er meer kans is dat het plan wordt goedgekeurd.

Flevolandse voorbeelden
Na jaren van gesteggel kwam eind 2016 voor de bedrijven op Urk een hoopvol bericht: de minister ging 30 miljoen euro uittrekken voor het verbreden van de sluis bij Kornwerderzand. Grotere schepen en jachten zouden dan gebouwd en onderhouden kunnen worden bij het dorp, wat weer goed zou zijn voor extra omzet en meer werkgelegenheid. Op dat moment werd het project zelfs nog geschat op 170 miljoen euro.

Nu, acht jaar later, is er nog niet begonnen met het uitdiepen en verbreden van de vaargeul. Ook blijkt dat het sluisproject vele miljoenen meer gaat kosten dan eerder werd gedacht. Waar ze de afgelopen jaren dachten de klus te klaren met 200 miljoen euro, blijkt nu dat het daadwerkelijke prijskaartje 575 miljoen euro is. Een soortgelijke prijsstijging was ook te zien bij de verbreding van de A6. Die kosten stegen van 50 miljoen naar 101 miljoen euro.

Een ander voorbeeld is de bijdrage van de gemeente Almere aan de Floriade Expo in 2022. Maximaal 10 miljoen, zei toenmalig wethouder Adri Duivesteijn in 2012, nadat Almere de Floriade kreeg toegewezen. Uiteindelijk lukt het niet om genoeg inkomsten te halen uit sponsoren en valt de ticketverkoop tegen. Onderaan de streep blijkt dat het evenement de stad ruim 100 miljoen euro heeft gekost.

Draaikonterij
Dan terug naar de oorzaken. Veelal wordt een megaproject goedgekeurd door een verantwoordelijke minister en dat maakt dat het ook politiek gevoelig ligt. Volgens Van Wee speelt daarom mogelijke reputatieschade een rol als een project uiteindelijk duurder blijkt uit te vallen. "Vaak kan een politicus juridisch nog onder een project uit, maar dat doen ze vaak niet om gezichtsverlies te voorkomen."

Het bekendste voorbeeld daarvan was in 2006, al ging dat niet over infrastructuur. PvdA’er Wouter Bos veranderde van standpunt en werd in debat met CDA-politicus Jan-Peter Balkenende weggezet als een draaikont. Dat etiket is jaren aan hem blijven plakken. Zo kopte het tijdschrift HP/De Tijd bij zijn politieke afscheid in 2010: 'De laatste draai van Wouter Bos.'

Kostenstijging valt mee
Volgens de hoogleraar is er de afgelopen jaren wel verbetering gekomen als het gaat om het inschatten van megaprojecten. Sinds 2000 zijn mkba’s verplicht, dat zijn maatschappelijke kosten-batenanalyses. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar wat een project kost en oplevert, welke milieueffecten er zijn en wat het betekent voor de nabije omgeving.

Toch hebben niet alle projecten in Flevoland te maken met enorme verschillen in kosten. Zo leek het prijskaartje van de Lelylijn te stijgen van 3 naar 13,8 miljard euro. Het verschil met dit project is dat er aan de voorkant geen berekening gedaan is over hoeveel geld dat moest gaan kosten. Destijds is er alleen 3 miljard euro gereserveerd voor het project. "Daar werd toen al vanuit gegaan dat dat niet genoeg was", zegt Van Wee. Daarnaast is het project nog niet eens begonnen, dus het uiteindelijk prijskaartje is voor nu nog onbekend.

Verbetering is mogelijk
Als je onrealistische schattingen in de toekomst wil vermijden, dan is het volgens Van Wee verstandig om te kijken naar vergelijkbare projecten die in andere landen zijn gebouwd. "Nederland kijkt dan eerder naar Nederland of België, dan naar ontwikkelingslanden."

Daarnaast komt het vaak voor dat een kostenschatting willens en wetens wordt onderschat. Volgens de hoogleraar zou het daarom goed zijn om diegene daar juridisch aansprakelijk voor te stellen. "Dan is er stok achter de deur om willens en wetens mee te werken aan veel te lage schattingen."

Lang niet allemaal duurder
Hoewel het lijkt alsof megaprojecten altijd duurder uitvallen, gaat het in de praktijk om 55 procent van de projecten. "Projecten die wel binnen budget blijven, krijgen veel minder aandacht”, zegt Van Wee. "Daarnaast zijn de overschrijdingen in Nederland kleiner dan in de rest van de wereld."

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel