omroep flevoland

In alle Flevolandse gemeenten zijn de afgelopen vijf jaar minder sociale huurwoningen gebouwd dan de overheid wil. Van de meer dan 12.000 woningen die zijn gebouwd, was slechts 18 procent een sociale huurwoning. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek die zijn verzameld door de Woonbond, een belangenorganisatie voor huurders en woningzoekenden.

In bijna het hele land is er een tekort aan sociale huurwoningen en staan mensen jarenlang op een wachtlijst. Het kabinet heeft zich daarom als doel gesteld dat minstens 30 procent van de nieuwbouw en van het totale woningaanbod sociale huur moet zijn. Minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bereidt zelfs een wet voor waarmee ze een gemeente wil dwingen om die 30 procent te halen. Het landelijke gemiddelde ligt nu op zo'n 26 procent, in Flevoland is dat 24 procent.

Wat is sociale huur?
We praten over een sociale huurwoning als de maandhuur niet hoger is dan 900,07 euro per maand. Er zijn sociale huurwoningen van commerciële verhuurders, maar grotendeels gaat het om huurwoningen van woningcorporaties zonder winstoogmerk.

Almere en Lelystad hebben de afgelopen vijf jaar de meeste sociale huurwoningen gebouwd. Zo kwamen er in Almere bijna 1.400 sociale huurwoningen bij. In de hoofdstad ging het om 360 woningen. Beide steden halen ook bijna het streefdoel van 30 procent. Zo bestaat de totale woningvoorraad van Lelystad en Almere voor respectievelijk 27 en 28 procent uit sociale huurwoningen.

Waar de andere gemeenten rond de 20 procent zitten, is het de gemeente Urk die de minste sociale huurwoningen heeft gebouwd. In het vissersdorp kwamen er de afgelopen vijf jaar 50 nieuwbouwwoningen bij voor de sociale verhuur.

Kijk hier per gemeente om te zien welk deel van de nieuwbouw van een corporatie was: