omroep flevoland

De politie komt vanaf deze week vaker langs bij Flevolanders die te maken krijgen met cybercriminaliteit. Eerder werd voornamelijk ingezet op hulp aan slachtoffers die te maken kregen met traditionele misdaden, zoals overvallen of berovingen, maar volgens de politie worden online misdaden steeds groter en is het belangrijk dat slachtoffers hulp krijgen.

Onder de term cybercriminaliteit vallen veel verschillende soorten online misdaden. Bijvoorbeeld phishing, waarbij criminelen met een linkje in een mail persoonsgegevens proberen te stelen. Maar ook bankhelpdeskfraude, waarbij criminelen zich voordoen als een medewerker van de servicebalie van een bank en slachtoffers vragen om geld over te maken.

Volgens politiewoordvoerder Teddy Sonneveldt is de mentale schade bij slachtoffers van dit soort misdaden erg groot. Mensen durven niet meer het internet te gebruiken of ze schamen zich. Bijvoorbeeld omdat er vaak wordt gewaarschuwd om niet op een link te klikken en het dan toch per ongeluk gebeurt. Mailtjes lijken volgens haar steeds echter. "Het kan eigenlijk iedereen overkomen", zegt Sonneveldt.

Preventie
Door de politie-inzet op te schalen, hoopt de politie nieuwe slachtoffers te voorkomen. "We roepen mensen ook echt op om zelf alert te zijn", benadrukt Sonneveldt.

Mocht het toch gebeuren dat mensen slachtoffer worden van deze vorm van criminaliteit, dan raadt ze aan om toch echt aangifte te doen. "Het kan bijvoorbeeld net echt dat puzzelstukje zijn in een grotere zaak van een crimineel die meerdere mensen heeft opgelicht."

Papiertje met vingerafdrukken
Niet alleen wordt ingezet op het helpen van slachtoffers. Ook komt de politie nu vaker langs om sporen van cybercrime veilig te stellen. Volgens Sonneveldt kunnen criminelen zowel fysieke als online sporen achterlaten.

"We hebben bijvoorbeeld laatst een zaak gehad waarbij een pas werd opgehaald. Toen liet de verdachte een papiertje achter in de woning." Op het papiertje zaten vingerafdrukken.

Ook wordt er soms gevraagd om software te installeren op computers of laptops, waardoor cybercriminelen de apparaten als het ware over kunnen nemen. Ook daarbij blijven soms sporen achter die te achterhalen zijn.